Fraternitas Rosicruciana Antiqua (F.R.A.)
|
|
De geschiedenis van de Fraternitas Rosicruciana Antiqua begint
met haar stichter Dr. Arnold Krumm-Heller (Huiracocha) (15/04/1876 - 19/5/1949).
Deze man heeft een zeer bewogen leven gehad. Hij is een van de weinige figuren die haast alle Ordeleiders van deze eeuw heeft ontmoet, persoonlijk heeft gekend en in sommige gevallen allianties heeft aangegaan. Hij ontmoette Papus, H.S.Olcott, Rudolf Steiner, Aleister Crowley, Karl Germer, Spencer Lewis, Theodor Reuss, Heinrich Klein, Charles Detré, Francois-Charles Barlet en Swinburne Clymer. Arnold Krumm-Heller verliet Duitsland op 16-jarige leeftijd om zijn broer te vervoegen in Argentinië. Door een ongelukkig omstandigheid lukte dit niet (zijn broer is blijkbaar niet op post bij de gemaakte afspraak) reist hij verder door naar Chili. Daar werkt hij samen met scheikundigen. Vanaf 1896 begon hij zeer veel te reizen. Eerst naar Duitsland en ongeveer rond 1900 naar Frankrijk waar hij Papus ontmoette. In deze periode leerde hij tevens Franz Hartmann kennen. Samen met Papus is hij in Sint-Petersburg geweest. In 1910 studeerde hij geneeskunde in Mexico op aanraden van Franz Hartmann. Na enige tijd werd hij prof in de Duitse taal en Literatuur en werd hoofd van het Medisch Instituut in de staf van de President van Mexico Franciso J.Maderos. Hij adopteerde toen als het ware Mexico als zijn vaderland. Hij beleefde er de Mexicaanse burgeroorlog gedurende de jaren 1912-1916. Krumm-Heller was in deze periode veel met politiek bezig. Doordat hij veel reisde werd hij verdacht van spionage. Zijn talenkennis zal hierin niet vreemd zijn. Naast Duitsland, Frankrijk, Mexico reisde hij ook veel naar Spanje. Hij bezocht ook Palestina, Egypte, Turkije en Rhodesië. Van 1914 tot 1918 was hij zelf Mexicaans afgevaardigde en militair attaché in Berlijn. Na de aanslag op de Mexicaanse president Carranza in 1920 keerde hij naar Duitsland terug waar hij een drukkerij beheerde. Rond deze periode ontmoette hij Rudolf Steiner. Hij bezocht Crowley in Cefalu. Crowley bezocht (7/06/1930) samen met Karl Germer en zijn vrouw Krumm-Heller in zijn huis te Berlijn. Crowley en Krumm-Heller zullen mekaar nog veel ontmoeten in de volgende jaren. In 1921 was hij samen met Crowley, Theodor Reuss, Heinrich Tränker en Spencer Lewis om een nieuwe Rozekruisers Orde op te richtten. Na Theodor Reuss dood in 1923 verkoos Krumm-Heller zichzelf als opvolger van Theodor Reuss. Er gaan geruchten dat Krumm-Heller Spencer Lewis wou Charteren voor zijn Orde in samenwerking met AMORC. Maar nadat hij ontdekte dat AMORC een zwendel en te commercieel was richtte hij zich tot Swinburne Clymer. In 1936 stond hij samen met Reuss in het nazi-pamflet "Der Judenkenner". Zij werden daar afgespiegeld als medewerkers van de joodse-maçonnieke samenzwering. Op basis van de laatste onderzoekingen blijkt echter dat Krumm-Heller niet vies was van de nazi-ideologie. Hij stuurde zijn zoon Cuauthemoc Krumm-Heller naar de nazi-eliteschool "Napola". In de periode dat hij in Marburg woonde had hij naast de Spaanse vlag ook de Nazivlag hangen. Hij stierf op 19/05/1949 en liet zes kinderen na : Hiram Aguirre, Carlotta, Guadalupe, Cuauthemoc, Sieglinde en Parsifal. Parsifal zou later zijn opvolger worden voor bepaalde takken van zijn werk. Krumm-Heller was lid van het Theosofisch Genootschap in Parijs waar hij persoonlijk geïnitieerd werd door Henry Steel Olcott in 1897. In september 1902 werd hij erelid van The Initiates of Tibet in Washington D.C. Bij zijn ontmoeting met Papus in 1906 werd hij erelid van de Tibet (Indië), Suprême Conseil dInitiation, Ordre Humanitaire et Scientifique Pour Le Developement des Etudes Esoterique de LOriënt. Hij werd ingewijd in de Martinistenorde in de loge "Hermanubis". Op 15/03/1908 kreeg hij de 90° en de 95° graadsinwijding van de Rite Memphis-Misraïm voor Mexico van Theodor Reuss en Heinrich Klein. Op 11/04/1908 kreeg hij de toelating van Charles Detré om deze Ritus uit te breiden tot Chili, Peru en Bolivië. Rond deze periode had hij contacten met Francois-Charles Barlet en met The Hermetic Brotherhood of Light. Onmiddellijk volgend op deze initiaties verspreidde hij het Martinisme in Zuid-Amerika onder toezicht van Papus. In 1927 stichtte hij de Fraternitas Rosicruciana Antiqua. De Orde kende zeven graden. Alle erkende Ordes van Krumm-Heller zijn beperkt tot Spaanssprekende gebieden. Hij stichtte in haast alle Spaanssprekende gebieden een afdeling : Brazilië :Krumm-Heller tekende drie Charters op 15/04/1933 en een vierde op 27/07/1934. Giuseppe Cagliostro Cambareri werd de verantwoordelijke voor Brazilië. Cambareri was tevens lid van Krumm-Hellers Argenteum Astrum. Hij was een aktivist tegen het Fascisme van Mussolini. De Orde werkte onder de naam : Augusta Fraternidade Branca Rosa Cruz Antigua. Chili :Bucheli initieerde Sergio Valdivia. Manuel Cabrera Lamparter publiceerde in 1987 veel van de technieken van deze Orde.Peru :Juan Gonzales was er het hoofd vanaf 27/05/1935.Columbia :Israel Rojas Romero was het hoofd van deze afdeling in Bogota vanaf 27/04/1928.Mexico :Hier stond de Orde onder de leiding van Gabriel Montenegro y Vargas (Zoepiron, Theopilos) (1907 - 1969)Cuba :Hier stond de Orde onder de leiding van Roberto C. Toca.Spanje :Dionisio Rios Ballester (Aureolus) werd aangesteld als leider van deze Orde.Oostenrijk:Eduard Munninger (Medardus) (1901-1965) herbergde in het "Kraempelsteinkasteel" in 1937 zijn Orde genaamd "Fraternitas Crucis Austriae".Op 8/05/1951 vertelde hij Clymer dat hij de opvolger was van Krumm-Heller. Munninger, die eveneens Theosoof was, verbond zich met de Duitse Grootloge van AMORC en gaf dan een nieuwe naam aan zijn Orde : "Antiquus Arcanus Ordo Rosae Rubeae Aureae Crucis" (AAORRAC). Deze officiële benaming werd echter reeds gebruikt door Krumm-Heller, Theodor Reuss en Spencer Lewis, maar allen met een verschillende betekenis en een verschillend doel. Eigenlijk hebben we drie Ordes die deze naam gebruiken maar het zijn allen afzonderlijke groepen. Het aantal discipelen van Munninger was echter zo klein dat deze Orde werd opgeheven in 1965. Momenteel bestaat er een nieuwe Orde AAORRA die echter niet meer bijeenkomt in het Kraempelsteinkasteel. Dit kasteel is nu bewoond door de graaf van Vichtenstein. Eduard Munninger: Roses in Austria. The successor to Arnoldo Krumm-Heller Duitsland :In 1942 wordt Herbert Frisse (14/06/1911) verantwoordelijke voor de Orde van Krumm-Heller. Hij heeft Krumm-Heller gekend als assistent op het ogenblik dat Krumm-Heller er als patiënt verbleef. Hij werd tot bisschop gewijd in 1947 op een bank in een park. De vraag is of deze wijding werd erkend. In de gnostische kerk staat hij in hun geschiedenis vermeld als een gestrande bisschop. Venezuela :De Orde stond in 1952 onder de leiding van Ana Delia Gonzales welke de autoriteit kreeg van de zoon van Krumm-Heller. [From: 'Materialien Zum O.T.O.'] Dit heeft blijkbaar op wat tegenstand gestuit bij H.J. Metzger die zichzelf zag als enige opvolger van Krumm-Heller. Metzger stierf op 14/07/1990 en zijn opvolger werd Mrs. Annemarie Aeschbach. Deze laatste heeft de autoriteit over de Fraternitas Rosicruciana Antique,de Ecclesia Gnostica Catholica en het Ordo Templi Orientis. Vandaag lijkt de Orde vooral in Brazilië een grote bloei te kennen. Zij stellen zichzelf voor als de Fraternitas Rosicruciana Antiqua for Switzerland in Brazil. Fraternitas Rosicruciana Antiqua
More about all this in: Andreas Huettl and Peter-R. Koenig: Satan - Jünger, Jäger und Justiz English version French version Back the the main page about the Fraternitas Rosicruciana Antiqua A nucleus of this article was a paper read for C.E.S.N.U.R. at the University of Recife in 1994. Back to the main page about the Ecclesia Gnostica Catholica O.T.O. Phenomenon navigation page | main page | mail |